De berg
Ik ben een jaar of zeven.
Ik ben aan het spelen op het strand; het strand bij Groot-Valkenisse. Vlakbij Biggekerke.
Mijn opa en oma hebben daar een strandhuisje.
Ik ben zandkastelen aan het bouwen. Dat wil zeggen dat ik met mijn schep een grote berg zand maak met een geul eromheen. Als het dan straks vloed wordt ga ik op die berg staan en wacht ik tot de zee gewonnen heeft van mijn berg. Het is een leuk spel en soms komt mijn opa helpen, dan heb ik een veel grotere berg en duurt het gevecht tussen de berg en zee langer.
Om op het strand te komen moet je de duinen over via een trap. Het is de hoogste trap op Walcheren en hij telt 115, 116 of 117 treden. Ik heb ze meerdere keren geteld, maar kwam niet altijd op hetzelfde getal uit.
Bovenop de duinen, op het hoogste punt staat een kruis. Ter nagedachtenis aan de overledenen tijdens de oorlog. Mijn ouders hebben mij daar vaak over verteld.
Na een tijdje spelen word ik moe. Het wordt ook al donker. En ik wil naar huis.
Als ik terug naar het strandhuisje loop merk ik dat er niemand meer is.
Het huisje is dicht, de spulletjes zijn opgeruimd en mijn ouders, opa en oma zijn weg.
Mijn ademhaling versnelt, mijn hart klopt in mijn keel.
Hoe kan dat?
Hoezo zijn zij zonder mij weggegaan?
Hoe komt het dat ik dat niet gemerkt heb?
Wat moet ik nu doen?
Heel even verlies ik de controle en raak ik in paniek.
Ik haal een paar keer diep adem en bedenk mij dat ik de weg weet.
Terug die trap over en dan kan ik naar huis, terug naar mijn ouders en dan komt alles weer goed.
Angst
Ik ren naar de trap en merk dat het vloed wordt. Veel sneller dan normaal en het water komt nu zelfs tot over het zachte zand tot aan de duinen.
Ik ren sneller richting de trap. Alleen ik kan de trap niet vinden. De trap is weg.
Dan maar de duinen op, naar dat kruis, want dat is het hoogste punt.
Ik kijk omhoog. Op zoek naar het kruis. Ik kan het niet vinden. Ook het kruis is weg. Het water komt steeds dichterbij. Ik kan nergens heen. Ik ben alleen en bang, doodsbang.
Het volgende moment schrik ik wakker.
En zit rechtop in bed. Het was een droom.
De schrik zit er goed in. Het was maar een droom, ik ben veilig. Alles is nog hetzelfde.
Droom
Ik heb deze droom vaak gehad in mijn jeugd. Dat ik fijn aan het spelen was en ineens alles anders was. Dat ik ergens naar toe ging en niet meer terug kon.
Die droom heb ik al heel lang niet meer gehad, maar vandaag moest ik er weer aan denken.
Vanmorgen vroeg, rond zonsopkomst, ben ik gaan hardlopen bij Groot-Valkenisse.
Heen over de duinen en dan terug over het strand om af te sluiten met een dipje in zee.
Toen ik terug liep over het strand en ik bijna bij de trap was zocht ik naar het kruis in de duinen. Ik kon hem niet vinden en raakte lichtjes in paniek.
Mijn hartslag versnelde, mijn gedachten deden hun eigen ding, ik wist dat het een jeugddroom was, maar ineens voelde het als de werkelijkheid.
Een paar minuten lang heb ik gezocht naar het kruis.
Misschien wordt het tijd dat ik mijn ogen na ga laten kijken. Ik kon hem niet vinden.
Toch maar even dippen. Ik kleed mij om en loop naar het water.
Waarschijnlijk overbodig om te vertellen, maar je loopt dan dus met je rug naar de duinen.
Ik merkte dat ik bang was dat zodra ik mij om zou draaien de trap ook weg zou zijn.
Ik kijk achterom, en natuurlijk, de trap is er nog.
Inzicht
Eenmaal in het water kom ik tot een inzicht.
Mijn droom van vroeger is geen droom. Het is de realiteit.
Je gaat altijd vooruit, nooit achteruit.
Zodra je ergens naartoe gaat, kun je niet meer terug.
En het is natuurlijk niet zo als in mijn droom. Trappen verdwijnen niet opeens.
Met iedere stap die je zet, iedere keuze die je maakt, iedere gebeurtenis die je overkomt verander jij. En als je dan achterom kijkt, is alles anders.
Dat is ook de reden dat kiezen zo lastig is, dat nieuwe stappen zetten zo ingewikkeld is en dat sommige gebeurtenissen zoveel weerstand opwekken. Alles verandert.
Maar ook als je niet kiest, geen stappen zet en je zoveel mogelijk gebeurtenissen uit de weg gaat. Ook dan verandert alles.
Laat het verleden los wat niet meer is.
Zet stappen in de richting die jij wilt.
Maak keuzes waarvan jij in je hart voelt dat ze de juiste zijn.
En de dingen die je overkomen waar je geen grip op hebt?
Geef mee, verzet je, pas je aan, wat je ook doet; laat je niet uit het veld slaan.
Doe dat en je zal merken dat er ontzettend veel energie vrij komt.
Je zal je sterker, fitter, energieker en gelukkiger gaan voelen. Laat los die angst.
Veel liefs,
Andrea
“Meer energie krijg je niet door meer te doen.
– Andrea Verberkmoes –
Meer energie krijg je door betere keuzes te maken wat je met je energie doet”